Een laparoscopische operatie bij een koe vindt plaats als zij een lebmaagverdraaiing heeft. Hierbij is de lebmaag, in de buikholte, naar links verplaatst. Vaak treedt zo’n verplaatsing op kort na het afkalven, wat door verschillende oorzaken kan ontstaan. Bijvoorbeeld door een slecht gevulde pens of teveel krachtvoer na afkalven.

Voordat de dierenarts zal opereren, wordt de koe eerst gewassen, geschoren en lokaal verdooft. Vervolgens worden er 2 sneeën gemaakt van ongeveer 2-3 cm. Via één gaatje wordt de camera ingebracht en via de andere een instrument die ervoor zorgt dat de lebmaag weer terug op zijn plek gezet wordt.

Het mooie aan deze methode is dat het voor de koe weinig invasief is en de dierenarts, dankzij de camera, goed beeld heeft van de buik tijdens de operatie. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het omrollen van de koe en blind steken in de buik om de lebmaag vast te zetten.